Protestantse Gemeente Sleen

Stilte 

Openingsvers:

V:         Heer, open onze lippen.

            Laat ons zingen U ter eer.

Allen: GOD, NEEM ONZE DANK AAN.

Zingen: Ere zij de Vader (Lied 195)

Ere zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest,

als in den beginne, nu en immer

en van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.

Psalmgebed, gelezen en gezongen:

Lezen: psalm 67: 1-6

Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een psalm, een lied.

2 Moge God ons genadig zijn en ons zegenen,

moge het licht van zijn gelaat over ons schijnen.

3 Dan zal men op aarde uw weg kennen,

onder alle volken uw reddende kracht.

4 Dat de volken U loven, God,

dat alle volken U loven.

5 Laten de naties juichen van vreugde,

want U bestuurt de volken rechtvaardig,

U wijst de naties op aarde de weg. sela

6 Dat de volken U loven, God,

dat alle volken U loven.

 

Zingen: psalm 67: 3

De aarde heeft de vrucht gegeven,

die door de hemel werd verwekt,
en uit haar schoot ontspruit nieuw leven

waar God zijn hand houdt uitgestrekt.
God is ons genegen, onze God geeft zegen,

Hij die alles geeft, Hij zal zijn geprezen,

Hem zal alles vrezen wat op aarde leeft.

Lezen: Jakobus 3:18

Waar in vrede wordt gezaaid,  brengt gerechtigheid haar vruchten voort

voor hen die vrede stichten.

 

Zingen: Wat zijn de goede vruchten (lied 841: 1,2)

Wat zijn de goede vruchten, die groeien aan de Geest?
De liefde en de vreugde, de vrede allermeest,
geduld om te verdragen en goedertierenheid,
geloof om veel te vragen, te vragen honderd-uit;

geloof om veel te geven, te geven honderd-in,
wij zullen leren leven van de verwondering:
dit leven, deze aarde, de adem in en uit,
het is van Gods genade en zijn lankmoedigheid.

 

Lezen: Marcus 4: 26-34

En Hij zei: ‘Het is met het koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde: 27 hij slaapt en staat weer op, dag in dag uit, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet, ook al weet hij niet hoe. 28 De aarde brengt uit zichzelf vrucht voort, eerst de halm, dan de aar, en dan het rijpe graan in de aar. 29 Maar zo gauw het graan het toelaat, slaat hij er de sikkel in, omdat het tijd is voor de oogst.’

30 En Hij zei: ‘Waarmee kunnen we het koninkrijk van God vergelijken en door welke gelijkenis kunnen we het voorstellen? 31 Het is als een zaadje van de mosterdplant, het kleinste van alle zaden op aarde wanneer het gezaaid wordt. 32 Maar als het na het zaaien opschiet, wordt het het grootste van alle planten en krijgt het grote takken, zodat de vogels van de hemel in zijn schaduw kunnen nestelen.’

33 Met zulke en andere gelijkenissen verkondigde Hij hun Gods boodschap, voor zover ze die konden begrijpen; 34 Hij sprak uitsluitend in gelijkenissen tegen hen, maar wanneer Hij alleen was met zijn leerlingen, verklaarde Hij hun alles.

Korte overdenking 

Zingen: Loof God voor de vruchten van boomgaard en land

(Lied 719. Solo: 1,2, Allen: 3,4,5)

2 Loof God voor de vruchten van over de zee,
van ver nemen schepen de oogst met zich mee:
verzonden door buren, hun naam onbekend,
gegeven door God die ons allemaal kent.

3 Loof God voor de vruchten uit aarde en mijn,
ze worden bewerkt tot ze handelbaar zijn:
voor olie, voor ijzer, voor steenkool en goud,
loof God die ze geeft omdat Hij van ons houdt.   

4 Loof God voor de vruchten van kennis en brein,
de drang tot ontdekken van wat er kan zijn:
voor dromen en daden en alles dat leidt
tot een wereld van hoop en van menselijkheid.

5 Loof God voor de vruchten van liefde alom,
van leiders naar volgers maar ook andersom:
dat ieder geleid wordt, geduldig en goed,
naar vrijheid en dat men zal worden gevoed

 

Gebeden, stil gebed, avondgebed:

Heer, blijf bij ons, want het is avond en de nacht zal komen.

Blijf bij ons en bij uw ganse Kerk

aan de avond van de dag,

aan de avond van het leven,

aan de avond van de wereld.

Blijf bij ons met uw genade en goedheid,

met uw troost en zegen,

met uw woord en sacrament.

Blijf bij ons

wanneer over ons komt

de nacht van beproeving en van angst,

de nacht van twijfel en aanvechting,

de nacht van de strenge, bittere dood.

Blijf bij ons

in leven en in sterven, in tijd en eeuwigheid. Amen

Zingen avondlied: De dag, door uwe gunst ontvangen (Lied 248)

De dag, door uwe gunst ontvangen,
is weer voorbij, de nacht genaakt;
en dankbaar klinken onze zangen
tot U die ’t licht en ’t duister maakt.

Die dan, als onze beden zwijgen,
als hier het daglicht onderduikt,
weer nieuwe zangen op doet stijgen,
ginds waar de nieuwe dag ontluikt.

Zodat de dank, U toegezonden,
op aard’ nooit onderbroken wordt,
maar steeds opnieuw door mensenmonden
gezongen en gesproken wordt.

Voorwaar, de aarde zal getuigen
van U, die thans en eeuwig zijt,
tot al uw schepselen zich buigen
voor uwe liefd’ en majesteit.

 Zegen

Gemeente: Amen